dinsdag 10 december 2013

Zeven toilethoeken in één kleine klas, doortrekken geblazen...


Vandaag was het zo ver ...
Onze techniekhoek over 'het toilet'. Het was erg fijn om iedereen zijn hoek eens te gaan bekijken. Ik heb leuke ideetjes opgedaan die ik later wel bruikbaar vind voor in de klas.

Jelle vond onze hoek erg goed aansluiten bij de TOS 21 Matrix. Wat een opluchting!
Ik vind het namelijk een hééééééééél erg moeilijk schema en hoop er in de loop der jaren wat meer pap van te eten zodat ik het onder de knie krijg. Ik was verrast dat iedereen toch een andere uitwerking van 'het toilet' kon tonen.

Wat ik heel grappig vond was de 'strooppoep'. Ik vond het wel goed gevonden maar vind het persoonlijk wat smossen met eten wat ook weer bijdraagt tot het niet zuinig omgaan met de natuur. Wat ik ook heel erg interessant vond was het 'toiletspel'. Hier leerden kinderen al doende allerlei dingen over het toilet. Doordat het in een spelvorm gegoten was, waren de kinderen onbewust aan het bijleren. Wel denk ik dat het spel te makkelijk was voor de grotere kinderen terwijl hun andere proeven zoals de Hudo, de druk toch wel pittige uitdagingen waren.

Wat ik heb geleerd uit dit werk is dat werken rond techniek me toch beter ligt dat ik eerst dacht. Ik vond het best wel leuk om technische principes te hanteren over dagdagelijkse gebeurtenissen. Wanneer ik zelf naar het toilet ga, bekijk ik mijn toilet nu ook eens van onder tot boven of de informatie overeen komt met het werkelijke gebruik. De matrix vind ik persoonlijk nog steeds heel vaag. Ik begrijp de grote lijnen maar kan het nog moeilijk zelf uitdiepen. Hier volgt de matrix van onze groep.

Technisch systeem begrijpen: Onderdelen toilet, werking toilet, zeep maken (stappenplan)
Technisch systeem hanteren: handen wassen
Technisch systeem duiden: Zeep maken, evolutie van het toilet

Technisch proces begrijpen: Water => spoelbak, werking

Hulpmiddelen begrijpen: vuurtje 'Waarvoor is dat nodig'
Hulpmiddelen hanteren: vuur gebruiken voor zeep te maken.

Keuze begrijpen: kruiden zelf kiezen voor in zeep.







donderdag 5 december 2013

EDO wat?

EDO, de afkorting voor Educatie duurzame ontwikkeling.
Twintig vraagtekens boven mijn hoofd toen dat woord viel. Ik wist eens nog niet dat het bestond.

Wat is het nu juist. Als ik het goed begrepen heb, bestaat EDO uit vier stappen.
1: Nieuwe kennis
2: Systeem denken verhogen.
3: Aandacht waardeontwikkeling + emoties
4: Actiegerichtheid.

Als leerkracht is het je taak om kinderen dingen bij te leren. Dat wordt bedoeld met de nieuwe kennis. Om dit in het kader van EDO te plaatsen kan je zeggen dat de nieuwe kennis met het milieu te maken heeft.
Kinderen leren dat water niet zo maar uit de kranen loopt, er gaat een heel proces aan te pas. Wanneer de leerlingen het proces kennen kan je verder gaan werken aan systeemdenken. Kinderen gaan dat hun kennis koppelen aan verwante zaken. Voorbeeld: Als ik water uit mijn kraan krijg, dan kan ik dat ook drinken. Het water komt dus van een waterzuiveringsstation. Dat waterzuiveringsstation heeft werkgevers en werknemers. Deze zorgen op hun beurt voor het goede verloop. Enzovoort ...
Daardoor ga je kinderen bewust maken dat water er niet in overvloed is en we er zuinig en bewust mee moeten omspringen. Als laatste stap zit je aan de actie. Hoe kan ik nu meewerken aan het milieu?
Ik kan bijvoorbeeld de kraan toedraaien als ik mijn tanden poets, Ik kan de verwarming niet hoger zetten als 20 graden, ....

Ik vind het wel een handig gegeven, maar je moet er mee leren werken. Het is voor mij een nieuwe uitdaging die ik zeker wil uittesten in mijn derde graadstage.

Wat ik al erg goed onder de knie heb is de eigen inbreng en doelen concreet maken. Ik ben een erg creatief persoon en kan dus ook makkelijk dingen verzinnen. Ik hou er van om zoveel mogelijk eigen input in mijn lessen te steken. Dit heeft als reden dat ik het heel belangrijk vind dat je als leerkracht volledig achter je lessen staat en je er goed bij voelt. Sta je er niet achter, dan zal het ook niet lukken en zullen je leerlingen daar de nadelen van ondervinden.

Je bent gebuisd!


Een rapport, het meest onnuttige document der tijden. Ik had er vroeger een hekel aan en dat is er niet beter op geworden. Het toont aan wat je kan, dat wordt gezegd. Maar wat als je net die ene toets er even niet met je gedachten bij was? In rapporten draait alles te veel rond kennis. Ik ben voorstander van een rapport waar ook vaardigheden opstaan. Zo kan je zien waar het misloopt bij het kind op manier van handelen. Vaak ligt dit aan de oorzaak van de problematiek tijdens het leren. Een kind doormaakt vele stappen in zijn leven. Als je als kind geen hoogvlieger bent op school, beleef je vaak minder succeservaringen door de commentaar van leraren en ouders. Fout, fout en nog eens fout. Ik ben ervan overtuigd dat alle kinderen kunnen leren. De ene wat sneller dan de andere. De fout ligt gewoon vaak bij de leerkracht. Leerkrachten moeten kinderen van binnenuit motiveren. Kinderen die laag scoren worden vaak weggetrokken uit de klasgroep om bij te werken. Dat is geen positief gegeven voor leerlingen. Zo worden ze nog eens met de neus op de feiten gedrukt dat ze niet meekunnen of achterstaan met een bepaald vak.